Oorlogsbegraafplaats in Westkerke
Een kleine
oorlogsbegraafplaats uit W.O.II in Westkerke
Om de havenactiviteiten in Oostende, dat door de Duitsers
tijdens W.O.II was bezet, te ontkrachten werden de dokken van de kuststad geregeld
gebombardeerd. Dit gebeurde ook op
zondag 9 november 1941. Vanuit het
vliegveld Seyerston in Nottingham (Groot-Brittannië) vertrok om 17.55 uur een
formatie van negen vliegtuigen. Deze
Handley Page Hampden-toestellen behoorden tot het 408ste RCAF
"Goose” Squadron.
Tijdens dit bombardement op Oostende geraakte één van die
Britse bommenwerpers omstreeks 22 uur verzeild in de lichtbundels van de
Duitsers. Het afweergeschut van een
Flakbatterij, die opgesteld stond in de omgeving van Oudenburg, bestookte het
vliegtuig. Het toestel stortte neer in
Roksem. De vier bemanningsleden (sergeanten
Douglas Victor Markall en Douglas Frederick William Norton, beiden uit
Groot-Brittannië, sergeant Evan Bertram
Te Makahi Robertson uit Nieuw Zeeland en piloot officier John Caley Wilson uit
Canada) kwamen om. Ze werden
enkele dagen later met militaire eer in Westkerke begraven.
A small WW2 cemetery in Westkerke
To reduce
the harbour activities in German occupied Ostend, the docks of the coastal town
were regularly bombed. A bombardment was
also carried out on Sunday, November 9th, 1941. From the airport Seyerston
(Nottingham, Great Britain) a nine aircraft formation took off at 17.55.
Handley Page Hampden planes belonged to the 408th RCAF "Goose”
Squadron.
During the
Ostend air attack, one of these British bombers was detected by the German
searchlights at about 22.00. The bomber was hit by the anti-aircraftguns of a
Flak battery, deployed near Oudenburg, and crashed in Roksem. The four crew
members (Sergeant Douglas Victor Markall and Douglas Frederik William Norton,
both from Great Britain, Sergeant Evan Bertram Te Makahi Robertson from New
Zealand and Pilot Officer John Caley Wilson from Canada) were killed.
A few days
later they were buried with military honours in Westkerke.